Net als veel andere inwoners en ondernemers in Overbetuwe voelt BOB zich erg betrokken bij de ontwikkelingen rond het Land van Tap. In 2015 deed de gemeente hier een strategische grondaankoop, zodat de gronden tijdelijk beschikbaar konden komen als parkeerterrein én zodat de gemeente maximale grip kon hebben op de ontwikkeling van dit terrein. Binnenkort gaat wethouder Faber- De Lange aan de raad een voorstel voorleggen om een ontwikkelingsvisie vast te stellen, op basis van een doorlopen participatieproces.
Het lijkt er echter op dat bij die visie alleen is gekeken naar de wensen van de deelnemers aan dat participatieproces, zonder dat daarbij – vanuit een breder perspectief – kaders zijn meegegeven. Of zoals de wethouder het in het raadsvoorstel verwoordt “het voorkeursmodel leidt tot een negatieve grondexploitatie, doordat er hoge kosten zijn (o.a. door veel openbaar gebied, ontsluiting op de Rijksweg-Zuid en aanleggen van een waterafvoersysteem) en weinig opbrengsten (35 appartementen, waarvan 30% sociale huur).”
Wat BOB betreft hoeft bij de ontwikkeling van het Land van Tap een sluitende grondexploitatie niet voorop te staan, maar we moeten ook oppassen dat bij de te maken keuzes voor die ontwikkeling de financiën uit het oog worden verloren en uiteindelijk de rekening naar de Overbetuwse inwoners gaat. Dit was een van de achtergronden van de door BOB ingediende motie over het participatieproces rond het Land van Tap, die in april 2018 unaniem door de raad werd aangenomen.
Daarom heeft BOB over het raadsvoorstel om de ontwikkelingsvisie vast te stellen inmiddels een aantal zogenaamde ‘technische’ vragen gesteld (link wordt toegevoegd na publicatie door de griffie).
Ard op de Weegh, fractievoorzitter BOB