BOB stelt vragen aan het college over de coronacrisis

BOB maakt zich zorgen over de communicatie vanuit het college over de coronacrisis. De berichten, die we horen zijn – ook nu nog – met name intern gericht. We hebben onvoldoende zicht of de kwetsbare groepen, de ouderen, de sportverenigingen, de ondernemers in detailhandel, horeca en logistiek, e.d. voldoende bij het college in beeld zijn en ook voor de langere termijn voldoende partnerschap ervaren.

Schriftelijke vragen van BOB aan het college van B&W

Inleiding/Aanleiding

Sinds enige weken zit ook Overbetuwe nadrukkelijk in een crisis. Na de eerste schrik kwam het college, hierbij ingefluisterd door de driehoek, met een aantal maatregelen, die goeddeels strookten met de landelijke richtlijn en de richtlijn van de veiligheidsregio. Hiervoor onze waardering, ook voor het vele werk dat hieraan vastzit voor de inwoners en ondernemers die het in het bijzonder raakt, in het bijzonder. Desalniettemin maken we ons ook zorgen over de communicatie vanuit het college. De berichten, die we horen zijn – ook nu nog – met name intern gericht. We hebben er onvoldoende zicht op of de kwetsbare groepen, de ouderen, de sportverenigingen, de ondernemers in de detailhandel, horeca en logistiek, e.d. voldoende bij het college in beeld zijn en of ook voor de langere termijn voldoende partnerschap wordt ervaren. We hebben er onvoldoende zicht hoe het beleid t.a.v. de coronacrisis georganiseerd is. Welke opgaven hebben in deze situatie bij het college prioriteit? Soms bekruipt ons het gevoel, dat we als raad nog verder op afstand gezet worden, omdat het reguliere raadswerk op een heel laag pitje staat. Het lijkt wel haast, dat de raad als besluitvormingsmachine gebruikt wordt. Ons beeld is dat we (ook na een maand) nog volledig in crisisstand staan en nog niet (voldoende) hebben georganiseerd dat we ook vooruit kijken en onze prioriteiten opnieuw stellen.

Onze vragen:

  1. Is het college bereid om wekelijks de raad bij te praten over de actuele stand van zaken door middel van bijvoorbeeld een (online) briefing?
  2. Kan het college aangeven hoe de crisisorganisatie nu geregeld is en hoe de overgang gemaakt gaat worden naar een organisatie die deels crisisorganisatie is en deels gericht is op de continuïteit na de crisis? Is er inmiddels een ‘corona-dashboard’ en welke indicatoren en informatiebronnen gebruikt het college daarbij?
  3. Is het college bereid (en op welke wijze) om de raad mee te nemen in de besluitvorming over de huidige situatie en de acties gericht op de situatie na de directe crisis?
  4. Het is een illusie te denken, dat na deze crisis alles weer bij het oude zal zijn/komen. Heeft het college al nagedacht over het anticiperen op die situatie? Is er een begin van een beeld wie op korte termijn en op langere termijn het hardst geraakt worden en wat  daarbij vanuit de gemeentelijke overheid het meest nodig is? Hoe wordt dit beeld aangescherpt?
  5. In welke fase van de crises bevindt Overbetuwe zich nu en hoe gaat daar nu en in de volgende fasen op geanticipeerd worden, zowel op inhoud als qua organisatie?
  6. Wat betreft de gemeentelijke democratie: voor de komende voorronde (21 april) en de komende raad zijn werkwijzen bedacht en door een meerderheid van het seniorenconvent bevestigd. Voor BOB moet het wel beperkt blijven tot deze twee bijeenkomsten met deze wijze van werken. Hoe denkt het college – als fysiek vergaderen dan nog ongewenst of onmogelijk is – de gehele raad weer in positie te krijgen en te houden? Hoe wordt geparticipeerd in netwerken met andere gemeenten, zodat we van elkaar kunnen leren? Kan er onderscheid zijn tussen de vorm waarin commissies vergaderen (fysiek) en hoe de raad vergadert (meer online)? Hoe organiseren we daarbij inspraak door inwoners en hun organisaties?
  7. Hoe worden wijk- en dorpsraden ondersteund om om te gaan met de extra uitdagingen in deze tijd, om ook hun rol te blijven vervullen dan wel weer zo snel mogelijk te kunnen gaan vervullen?
  8. Is het nog wel zo zinvol om in juni de kadernota te behandelen, terwijl we zelfs nog niet kunnen inschatten hoe de kaders er in de toekomst uit moeten zien? Is het niet beter eerst meer zicht te krijgen op de opgaven en dan te besluiten waar extra middelen voor worden uitgetrokken?
  9. Kan de raad op korte termijn geïnformeerd worden over de in het sociaal domein gemaakte afspraken over de continuïteit van de zorgverlening en in welke mate daarbij is aangesloten bij kaders die landelijk door de VNG resp. zorgverzekeraars worden gehanteerd? In hoeverre is er afgestemd binnen de regio en wordt door de gemeenten samen opgetrokken? Welke hulpverlening is verminderd en welke alternatieve vormen zijn ontwikkeld? Hoe wordt ingespeeld op toegenomen eenzaamheid én toegenomen risico’s voor huiselijk geweld (aansluitend bij de diverse landelijke COVID-19-update-brieven van het kabinet aan de Tweede Kamer)?

Gelieve hierop zo spoedig mogelijk een antwoord te geven,

Ondertekening:

Ard op de Weegh (Burgerbelangen OverBetuwe)

BOB stelt vragen aan het college over de coronacrisis
Schuiven naar boven